Dit boek is in feite een tussentijds verslag van een lange persoonlijke zoektocht naar meer intimiteit met God.
Ik ben christelijk opgevoed en heb God liefgehad zo lang als ik me iets kan herinneren over mezelf. Ik was me al jong bewust van Jezus’ samenvatting van Gods wil:
Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand.
Marcus 12:30
Ik heb dat heel lang voor mezelf vertaald met zoiets als: God heel belangrijk vinden en Hem en zijn wil serieus nemen, Hem proberen te gehoorzamen.
Nu ben ik van karakter iemand met vrij vlakke emoties (behalve als ik boos word). Voordat ik hopeloos verliefd werd kende ik liefde eigenlijk niet zoals emotie. Ik had het naar mijn zin binnen ons gezin van vijf kinderen, maar had geen uitgesproken warme gevoelens voor mijn ouders of broers en zussen als ik eerlijk ben. Bijvoorbeeld toen ik op zesjarige leeftijd voor het eerst naar een zendingsinternaat moest, vond ik dat leuk en spannend en ik heb nooit last gehad van heimwee, al was ik wel blij dat mijn oudere zus daar ook zat.
Ik had ook weinig behoefte aan vriendschappen zoals de meeste andere jongeren. Ik ben een nogal rare vogel dus…
Toen ik serieus verliefd werd, ging ik pas voor het eerst nadenken over mijn gebrek aan emotionele gehechtheid aan mijn gezinsleden en aan God. Hoe kon het toch dat de liefde voor een meisje mij emotioneel zo compleet in beslag nam dat ik moeilijk aan iets anders kon denken, terwijl God en belangrijke mensen in mijn leven me emotioneel weinig deden?
Nou hoor ik je al denken: ‘Tja jongen, dat heet hormonen’. En dat speelt natuurlijk ook een belangrijke rol, maar liefde zonder gevoel blijft hoe dan ook een raar verhaal. Zo werd ik me door de jaren heen steeds bewuster van de gevolgen die het gebrek aan emotionele gehechtheid aan God hadden op mijn gebedsleven. Zoals gezegd, ik kende God en had Hem op mijn manier lief en wilde ook graag bidden. Hoe meer ik me in dat onderwerp verdiepte hoe meer ik me ging realiseren dat God ernaar hunkert dat we tijd voor en met Hem nemen in gebed.
Als jongen had ik een ongecompliceerd gebedsleven. Ik las graag in de Bijbel en sloot dat vanzelfsprekend af met gebed, mede ook als een stukje verwerking van wat ik net gelezen had. Maar hoe meer ik in het volwassenleven kwam te staan met al zijn uitdagingen en verantwoordelijkheden, hoe meer moeite ik kreeg met bidden. Sowieso ervoer ik een enorme strijd om er de tijd voor te nemen. En als ik dan tijd nam voor gebed, ontstond er keer op keer chaos in mijn hoofd door allerlei gedachten over de zaken waar ik mee bezig was en over de dingen waar ik nog mee aan de slag wilde gaan. Voor een groot deel goede positieve dingen, maar die chaotische gedachtensoep nam vaak alle concentratie weg om me echt op God te richten. Het enige wat wel regelmatig lukte was het bidden voor een lijst onderwerpen die ik belangrijk vond, maar ik was me er pijnlijk van bewust dat God veel meer wilde dan dat.
Al met al was gebed eerder een bron van frustratie voor me dan van vreugde.
Op een gegeven moment kreeg ik oog voor het belang van lofprijzing en dat hielp zeker om wat meer los te komen van het bijna exclusieve ‘bidden voor’. Maar ook lofprijzing die niet voortkomt uit een interne warme genegenheid voor God blijft een lastig verhaal…
Ik bleef een groot emotioneel verschil vaststellen tussen mijn relatie met God en die met mijn vrouw. De hevigste hormonale stormen waren uiteraard na een aantal jaar geluwd, we waren gelukkig getrouwd en ik ervoer een blijvende warme genegenheid voor mijn vrouw. Die warmte en liefde drong me ertoe om regelmatig gezellig bij haar te willen zijn om gewoon te genieten van elkaar. En juist die warme genegenheid miste ik in mijn relatie met God. Ik kwam tot de pijnlijke conclusie dat gebed voor mij meer voortkwam uit een gevoel van verplichting dan uit mijn redelijk afstandelijke liefde voor God.
Tijdens mijn jaren als voorganger had ik de nodige openhartige pastorale gesprekken met gemeenteleden. En vaak als gebed in de praktijk open en eerlijk werd besproken, ontdekte ik dat ik lang niet de enige was met de beschreven problemen. Ik preekte regelmatig over gebed, maar dat waren vooral preken voor mezelf, die soms wel wat hielpen omdat ze de focus op het onderwerp legden. Maar het echte probleem werd er niet door opgelost.
Ook herinner ik me nog goed een preek van een collega waarin hij heel openhartig exact dezelfde problemen met gebed voor het voetlicht bracht.
Ik ben inmiddels de zestig gepasseerd en de laatste jaren is mijn leven door gezondheidsproblemen mentaal en emotioneel volledig op z’n kop gezet. Dat heeft gelukkig een grote positieve invloed op mijn relatie met God gehad. Maar ook al voordat deze gezondheidsproblemen zich aandienden, mocht ik nieuwe inzichten opdoen over dit onderwerp, met een eerste aanzet tot emotionele verdieping van mijn relatie met God en een bevredigender gebedsleven als gevolg.
En aangezien ik gemerkt heb dat veel gelovigen vergelijkbare problemen hebben, heb ik besloten uitgebreid te schrijven over dit onderwerp. Er valt nog veel te leren en te verdiepen, maar de dingen die ik tot zover geleerd heb wil ik graag met je delen.
Het is zoals Harald al zegt: kwetsbaar Johan en gedurfd als ex voorganger om je zo op te stellen.
Gebed is geen technisch of een logisch iets, het heeft alles met verlangen te maken, en emoties spelen een cruciale rol hierin.
Misschien helpt leeftijd om je eigen problemen en tekortkomingen wat minder angstvallig te bewaken?
Een kwetsbaar onderwerp juist vanwege het feit dat het de essentie raakt van de persoonlijke omgang met God.
Het is heel herkenbaar voor velen, daarom vraagt het m.i. wel verdergaande verdieping en het aanreiken van ‘sleutels’. Goed dat je aangeeft dat wat je hierover verder geleerd hebt wilt delen in komende blogs.
Een persoonlijk en eerlijk verhaal, waar ik veel in herken.