We kijken in dit hoofdstuk over Mozes naar de nasleep van zijn heftigste ontmoeting met God. Hij was dus een tweede keer, al vastend, veertig dagen op de berg bij God. God beschreef nogmaals de stenen platen met zijn vinger. En dan:
Mozes daalde de Sinai af, met de twee platen van het verbond bij zich. Hij wist niet dat zijn gezicht glansde doordat hij met de HEER had gesproken. 30 Toen Aäron en de andere Israëlieten de glans op Mozes’ gezicht zagen, durfden zij niet naar hem toe te gaan, 31 maar Mozes riep hen bij zich. Aäron en de leiders van het volk kwamen bij hem en Mozes sprak met hen. 32 Daarna kwamen ook de andere Israëlieten. Hij droeg hun op zich te houden aan alles wat de HEER hem op de Sinai gezegd had. 33 Toen hij uitgesproken was, bedekte hij zijn gezicht met een doek. 34 Steeds wanneer Mozes voor de HEER verscheen om met hem te spreken, deed hij de doek af, totdat hij weer naar buiten kwam. Als Mozes de Israëlieten dan zei wat hem opgedragen was, 35 zagen zij hoe zijn gezicht glansde. Daarna bedekte hij zijn gezicht met de doek, totdat hij opnieuw met de HEER ging spreken.
Exodus 34:29-35
Deze speciale ontmoeting met God was dus zo heftig dat het gezicht van Mozes ervan ging stralen (NBG). Een eerste belangrijke praktische conclusie hiervan is, dat we moeten beseffen dat het hier om een zeer uitzonderlijke bovennatuurlijke ontmoeting ging. Zeker niet iets voor superheilige mannen en vrouwen vandaag om naar te verlangen. Ik kom daar later in dit boek nog op terug, omdat dat streven wel degelijk voorkomt.
Eerst even een belangrijke voetnoot die niet direct met ons onderwerp van intimiteit met God te maken heeft. Als je goed leest, ontdek je dat het stralende gezicht van Mozes een belangrijk praktisch doel had. Het werd als het ware een keurmerk van echtheid van de woorden van Mozes als hij Gods boodschap doorgaf aan het volk. Daarom liet Mozes zijn gezicht na elke nieuwe ontmoeting met Jahweh onbedekt tijdens zijn verslag van Gods boodschap aan het volk. Pas daarna deed hij zijn sluier op! Die bovennatuurlijke straling was dus telkens opnieuw een indringend bewijs dat hij echt met God had gesproken en niet zelf allerlei mooie fabels bedacht.
Maar waar ik het in dit hoofdstuk over wil hebben is de toepassing van Paulus over dit ‘sluieren’ en ‘ontsluieren’ van het gezicht van Mozes in 2 Korinthe 3:7-18. Lees dat gedeelte zelf voor je hier verdergaat.
Paulus past het geestelijk toe op de bekering van wetsgetrouwe Joden. Zolang een gelovige Jood denkt dat hij gered wordt door zich angstvallig aan de wet van Mozes te houden, is zijn hart ‘versluierd’. Er ligt als het ware een bedekking over het voorlezen van de wet en over het hart van de luisteraar. Hij snapt niets van de echte bedoeling van God in Christus. Maar als een wetsgetrouwe Jood tot geloof komt, dan wordt die ‘sluier’ over zijn hart weggenomen en gaat hij Christus zien, en door Christus de Vader.
Paulus wist natuurlijk uit zijn persoonlijke ervaring als geen ander waar hij het over had. Denk aan de hardheid van zijn hart voor zijn bekering, en aan de wonderlijke verandering daarvan op de weg naar Damascus, toen hij voor het eerst een persoonlijke ontmoeting met Jezus had. Ga er maar vanuit dat Paulus ook aan zijn eigen ervaring denkt als hij het volgende schrijft:
Wanneer wat de dood bracht en met letters in steen werd gegrift, al met zoveel luister verscheen dat het volk van Israël niet naar Mozes kon kijken door de stralende glans op zijn gezicht – een glans die verdween -, 8 zal dan wat de Geest brengt niet nog groter luister hebben? 9 Wanneer wat tot veroordeling leidt al met luister is bekleed, dan is wat tot vrijspraak leidt dat des te meer. 10 De luister van toen is niets in vergelijking met de overweldigende luister van nu. 11 Wanneer wat verdwijnt al luister bezit, geldt dat des te meer voor wat blijft.
2 Korinthe 3:7-11
En even later:
Maar telkens als iemand zich tot de Heer wendt, wordt de sluier weggenomen. 17 Welnu, met de Heer wordt de Geest bedoeld, en waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid. 18 Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd.
2 Korinthe 3:16-18
Dit is weer een typisch voorbeeld van een verbluffende boodschap van Paulus, waar je zomaar overheen zou lezen, door onoplettendheid, en door onbekendheid met de beelden waar hij gebruik van maakt. De boodschap is zo verbluffend dat je dit gedeelte keer op keer langzaam, aandachtig en biddend moet lezen en overdenken om het echt tot je hart door te laten dringen.
Ik ga een poging wagen om deze boodschap van Paulus in mijn eigen woorden weer te geven.
Ja, dat bekende hoogtepunt van Mozes’ bediening was inderdaad onbeschrijfelijk heerlijk. Hij maakte echt volop de majesteit van Jahweh mee. Maar de focus bleef uiteindelijk toch gericht op een krachteloze wet, geschreven op koude stenen platen. Het had geen blijvende impact. Het was tijdelijk en de glans verdween telkens.
De Israëlieten in Mozes’ tijd mochten iets meebeleven van zijn heerlijke ontmoeting met Jahweh door naar zijn stralende gezicht te kijken. Kun je je voorstellen hoe spectaculair dat in feite voor ze geweest moet zijn? Zo spectaculair dat ze geen idee hadden wat ze ermee moesten…
Dit spectaculaire ‘zien van Gods luister’ door te kijken naar de straling op Mozes’ gezicht was eigenlijk peanuts in vergelijking met onze toegang tot Gods heilige luister door Christus. Die glans ‘sleet’ ook weer telkens. Mede daarom bedekte hij zijn gezicht zodat de Israëlieten de sleet niet zouden zien (zie vers 13: we weten niet hoe Paulus aan dit inzicht kwam want dit detail vinden we niet in het O.T.). Maar in ons geval hebben we de Geest permanent ontvangen dankzij Christus. Het is geen komen en gaan. Hij is altijd in ons. En door die inwoning van de Geest woont ook Christus in ons. En samen met Christus woont ook de Vader in ons, altijd, zonder onderbreking. In plaats van slijtage, zullen wij meer en meer door de Geest positief beïnvloed worden door ons ‘zien’ van Gods majesteit zonder bedekking of belemmering.
Wij mogen dus door de Geest onbeperkt, elk moment van de dag, veel intenser en heerlijker de majesteit en glorie van God ervaren dan de Israëlieten die dankzij de glans op Mozes’ gezicht iets mochten proeven van Gods luister.
Merk op dat Paulus hier niet over onze toekomstige ervaring van God in de hemel schrijft: ‘De luister van toen is niets in vergelijking met de overweldigende luister van nu.’
Voor Paulus was dit geen theorie of toekomstmuziek. Hij schrijft hier over zijn persoonlijke ervaring, de dagelijkse beleving van zijn intieme relatie met God.
Ja, zo zou het moeten zijn. En zo is het ook echt, als we maar in ruime mate Gods genade blijven ‘consumeren’ en met grote regelmaat profiteren van die open toegang tot zijn volmaakte heerlijkheid. Als we onze ontmoetingstent met de Heer maar weten te vinden en ook daadwerkelijk dankbaar gebruiken.
Wat Mozes betreft, hij raakte bij wijze van spreken verslaafd aan de omgang met God, zo heerlijk en indrukwekkend vond hij het. Hij wilde meer en meer. Hij wilde tot de limiet gaan, van wat mogelijk was in zijn tijd, onder het Oude Verbond. Met minder dan die limiet was hij niet tevreden. Dat was Mozes’ bijzonderste eigenschap.
En jij?
In dit hoofdstuk beschreef ik in hoofdlijnen Paulus’ toepassing van het stralende gezicht van Mozes. Wat hij in 2 Korinthe 3 en 4 schrijft is in feite zo essentieel om de kern van het Nieuwe Verbond goed te begrijpen dat ik in het volgende hoofdstuk er veel gedetailleerder op in zal gaan.
Praktische vragen en suggesties
- Lees en herlees biddend Paulus’ toepassing van Mozes’ stralende gezicht volgens 2 Korinthe 3:7-16.
Probeer je voor te stellen hoe bijzonder en heerlijk het geweest moet zijn voor de echt gelovige Israëlieten om fysiek iets van Gods luister te mogen zien op Mozes’ gezicht als gevolg van zijn bovennatuurlijke ontmoeting met God. Verwonder je erover hoe veel heerlijker jouw omgang met de Vader mag zijn in vergelijking daarmee.
Verwonder je er al biddend over dat God zelf, de Vader en de Zoon, door de Geest, voortdurend bij, en in, jou aanwezig zijn.
Verwonder je er al biddend over dat je geen Sinaïberg hoeft te beklimmen om dergelijk intiem contact met de Vader te hebben.
Verwonder je erover dat je geen heel speciale fysieke ontmoetingstent nodig hebt om dergelijk intiem contact met God te hebben want jijzelf bent een tempel van de Geest. Jijzelf bent die ontmoetingstent… - In navolging van Mozes: smeek de Vader vrijmoedig, ja zelfs vrijpostig, om de kwaliteit van intieme ontmoetingen met Vader en Zoon, door de Geest, zoals Paulus dat hier verwoordt.
Als je genade hebt gevonden in Gods ogen, en als Hij je bij name kent, heb je door zijn genade en toezegging, recht op dagelijkse ontmoeting met Hem die je intensief mag beleven als: ‘met onbedekt gezicht de luister van de Heer aanschouwen’.
Wees als Mozes niet tevreden met minder dan dit. Blijf hier de komende dagen volhardend voor bidden tot je merkt dat de Geest geeft wat Hij beloofd heeft.
Herhaal dit vrijpostige gebed de rest van je leven telkens opnieuw als je merkt dat er sleet is opgetreden in de intimiteit van je omgang met God, als je het idee hebt dat er toch weer een sluier zit tussen jou en ‘Gods luister’.