We lazen in Galaten 4 hoe Paulus het beeld uitwerkt van een vrijgekochte slaaf die geadopteerd wordt, omdat er een erfgenaam wordt gezocht. En we verwonderden ons over dat speciale spreken van de Geest, die per uitzondering niet spreekt van God tot de mens. In plaats daarvan roept Hij vanuit het hart van het kersverse adoptiekind tot de Vader: Papa, Papa, Papa. De Geest doet dat in de hoop dat het nieuwe adoptiekind dat zelf ook gaat roepen, hoe onwennig dat in het begin ook is.
Nu wil het geval dat de Galaten brief eigenlijk een soort mini-Romeinen brief is, of in elk geval een korte samenvatting van de eerste acht hoofdstukken van Romeinen. Beide hebben dezelfde aanleiding: tegengas geven aan de fanatieke Joden die wilden dat de niet-Joodse Christenen zich zouden gaan houden aan de hele wet van Mozes.
En beide (Galaten en Romeinen 1-8) hebben hetzelfde praktische doel: laten zien hoe het leven in een zondige wereld vol verleidingen er dan wel uit moet zien. Als je niet door de eindeloze zelfdiscipline van het houden van duizenden geboden in het gareel wordt gehouden, hoe voorkom je dan losbandigheid en meedoen met de wereld?
Galaten en Romeinen omschrijven de wet van Mozes als een ‘pedagogos’, de ‘opvoeder’ van de kinderen in rijke huishoudens. Zo’n pedagogos was vaak zelf een slaaf, waaraan de kinderen strikt gehoorzaam moesten zijn totdat ze volwassen werden rond twaalf of dertien jaar. Voor die volwassenheid was er dus in praktijk weinig verschil tussen een slaaf en een zoon van de heer van het huishouden. “Gewoon doen wat er gezegd wordt”, was de boodschap. En dan die grote omslag na de volwassenwording: geen slaafse gehoorzaamheid meer, maar volop medeverantwoordelijk voor de verdere uitbouw van het erfdeel. Zij aan zij werken aan het erfdeel, samen met de vader en eventuele andere volwassen broers.
Zowel Galaten als Romeinen maken dan in het laatste zeer praktische stuk over hoe we mogen leven vanuit de genade, dezelfde plotselinge omslag naar het beeld van adoptie met focus op deelname aan het erfdeel als volwaardig geadopteerde (volwassen) zoon.
Galaten en Romeinen schrijven beide over dat bijzondere werk van de Geest die vanuit het hart van de geadopteerde zoon gaat roepen tot de Vader: Papa, Papa, Papa. En als je goed leest, ontdek je in beide dezelfde ontroerende boodschap: de ultieme krachtbron om volgens Gods wil te leven en niet los te gaan in een wereld vol verleidingen, is juist die intieme relatie met de Vader zoals die geadopteerde zoon die mag gaan opbouwen. Een steeds groeiende verbazing hoe het toch mogelijk is, dat hij die onvoorstelbare genade ontving om vanuit zijn slavenbestaan echt zoon te mogen zijn. Zoon met alles erop en eraan. En dan van zo’n Vader… En ook nog eens volop medeverantwoordelijk voor de uitbouw van dat onmetelijk rijke erfdeel. En als zoon staat hij ook nog eens in het centrum van de rijke liefde van de Vader. Een geadopteerde zoon die steeds meer gaat beseffen, dat de liefde van die superrijke man, die hem als onbekende zomaar adopteerde, net zo diep gaat als de liefde, die die vader voor zijn eigen oudste ‘biologische’ Zoon heeft.
Die onbegrijpelijke liefde, die steeds meer gaat resoneren in het hart van de adoptiezoon, en maakt dat hij gaat voelen en merken dat hij echt helemaal meetelt voor de Vader. Dat is een miljoen keer sterker als krachtbron dan het vruchteloos proberen je gedisciplineerd als een slaaf aan de wet te houden.
En hoe intiemer de wederkerigheid van de liefde tussen adoptiezoon en Vader wordt, des te sterker wordt die geheime krachtbron…
Intimiteit met de Vader beleven is niet in eerste instantie belangrijk, omdat het mij zo’n fijn gevoel geeft. De belangrijkste reden is dat het het verlangen van de Vader bevredigt. En daaraan gekoppeld is dus het praktische gevolg dat het onze geheime krachtbron wordt om volgens Gods wil te leven in een wereld vol verleiding en mogelijk zelfs vol vervolging, zoals in de tijd toen Paulus schreef steeds meer het geval werd.
Probeer mijn redenering maar zelf te volgen in de Galaten brief. Ik wil je hier meenemen naar de parallel in het schitterende, maar lange en behoorlijk moeilijke achtste hoofdstuk van Romeinen.
In Romeinen 8:1-11 omschrijft Paulus de krachtbron om volgens Gods wil te kunnen leven als ‘leven door de Geest’. De Heilige Geest speelt dus een centrale rol. En dat in tegenstelling tot ‘leven in het vlees’, of met andere woorden: ‘doen waar je zelf zin in hebt’.
Tot zover heel bekend, maar de vraag blijft een beetje hangen: wat is dat dan precies, dat leven in de Geest? En dan komt plotseling die eerder onbekende boodschap over onze adoptie om de hoek kijken. In feite als uitleg van wat dat leven door de Geest dan inhoudt. Paulus legt die koppeling nadrukkelijk in 8:14: ‘Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God.’.
En hoe werden we dan kinderen van God?
U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om hem te kunnen aanroepen met ‘Abba, Vader’.
Romeinen 8:15
Eerst waren we dus slaaf. Maar toen ontvingen we ‘de Geest van adoptie’. Dat staat er letterlijk in het Grieks! Eigenlijk moeten we dus lezen:
‘U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest van adoptie ontvangen, en om hem te kunnen aanroepen met ‘Abba, Vader’.’
Net als in Galaten 4 zien we hier dus de overstap van slaaf naar geadopteerd kind. Daar zit nog de stap tussen van het eerst vrijkopen van de slaaf al noemt Paulus dat hier niet expliciet.
In Galaten 4 is het dan de Geest, die is uitgezonden in ons hart, om van daaruit tot de Vader te roepen Abba – Vader. In Romeinen 8 ligt de nadruk erop, dat de geadopteerde zoon nu zelf mag gaan roepen: ‘Abba, Vader’. Maar aangezien het hele proces wordt uitgevoerd door de Geest van adoptie, ligt het voor de hand, dat de Geest ook volgens Romeinen 8 een grote rol speelt in het leren beantwoorden van de Vaders liefde door vanuit ons hart ‘Papa’ te gaan roepen. En dat is precies wat Paulus eraan toevoegt in het volgende vers:
De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn.
Romeinen 8:16
Hoe prachtig om weer met andere woorden te lezen hoe Gods Geest zelf het ‘resonantiemechanisme’ wil zijn: Hij wil zo graag in onze geest en hart bevestigen, dat we echt tot volwaardige kinderen van de Vader zijn geadopteerd. Hij wil zo graag, dat die retour liefde vanuit ons hart naar de Vader op gang komt en steeds rijker en dieper wordt, hoe onwennig dat in het begin misschien ook zal zijn. Mijn hart dat steeds meer als een ontluikende bloem opengaat, zodra de warmte van de liefde van de Vader het aanraakt. Mijn hart dat steeds meer gaat voelen en beleven dat het onmogelijke door de Geest mogelijk is gemaakt: zo’n volmaakte adoptie, dat er geen onderscheid is met een biologisch geboren kind. Ik ben voorwerp van de kostbare en volmaakte liefde van de Vader. En ik mag dat meer en meer gaan beantwoorden. De simpelste manier is om diep vanuit mijn hart en met blijvende verwondering ‘Papa, Papa, Papa’ te fluisteren.
Weet je het nog: het doel van Romeinse adoptie was een nieuwe erfgenaam voor het gekoesterde erfdeel:
En nu we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn erfgenamen, erfgenamen van God. Samen met Christus zijn wij erfgenamen.
Romeinen 8:17
Eigenlijk staat er:
…erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus.
zie de NBG vertaling.
En dat is met geen mogelijkheid te bevatten: alles wat van Christus is, is nu ook van mij. De Bijbel bevestigt dit op meerdere plaatsen. Lees mijn boekje ‘Ontdek je erfdeel!’ maar. En wat is dat dan: ‘alles wat van Christus is’? Nou simpel gezegd: ALLES. Alle landen ter wereld, ons zonnestelsel, de Melkweg, al die andere sterrenstelsels en zwarte gaten in het heelal. ALLES is van mij omdat ik het geërfd heb samen met de oudste Zoon van God. Dat is toch te absurd voor woorden? Dat is nu juist de verbluffende boodschap, die Paulus hier probeert over te dragen. En sterker nog, dat is de boodschap, die de Geest in mijn hart probeert te verankeren. Het is het onwerkelijke gevoel dat een rechteloze en erfdeel-loze slaaf gehad moet hebben toen hij werd vrijgekocht om volwaardig zoon te worden van de rijkste miljardair, die er te vinden was. Alle bezittingen verspreid over alle landen ter wereld, het hele zakenimperium, alle bankrekeningen, alle fabrieken, vastgoed, alles erop en eraan, is nu mede-eigendom van die geadopteerde ex-slaaf. De grote uitdaging voor die ex-slaaf is om dat emotioneel tot zich door te laten dringen! Daar gaat onvermijdelijk tijd overheen. Maar de Geest wil erbij helpen door het telkens opnieuw in zijn hart te fluisteren. En hoe eerder de geadopteerde zoon dat Papa, Papa, Papa gaat mee fluisteren, hoe eerder hij echt gaat begrijpen, voelen en ervaren, dat het onmogelijke echt werkelijkheid is.
Maar: boem! Paulus zet ons meteen met beide benen op de grond: ‘Alles van Christus’ betekent ook het lijden van Christus. Ook dat hoort erbij. Volledig en volwaardig schouder aan schouder met de Oudste Zoon in het erfdeel staan betekent hetzelfde lot ondergaan als die Oudste Zoon:
wij moeten delen in zijn lijden om met hem te kunnen delen in Gods luister.
Romeinen 8:17
Hmm, dat klinkt plotseling als een behoorlijke spelbreker… Maar het is de harde realiteit en Paulus gaat daar juist in de rest van dit hoofdstuk diep op in. Lees je mee in je Bijbel? Ik kan het hier niet allemaal uitspellen, daar is het te lang voor. Maar het is zo belangrijk dat je het grondig tot je zou moeten nemen als geadopteerd kind van de Vader. Het zal je veel frustratie en twijfel besparen in de weerbarstige praktijk van je leven.
Alles wat van Christus is, is nu dus van mij. En wat is dat momenteel voornamelijk: een gevallen schepping! Een schepping, die door God zelf is onderworpen aan ‘zinloosheid’ (8:20) en ‘slavernij van de vergankelijkheid’ (8:21).
In 8:19 kun je al lezen dat het voor de schepping nog niet helder is dat wij volwaardige mede-erfgenamen van de Vader zijn. Dat is nog een geheim, dat in de toekomst ‘geopenbaard’ zal worden aan alles en iedereen. Misschien kunnen we dit vergelijken met een slaaf, die in het diepste geheim is vrijgekocht en tot erfgenaam gemaakt van de rijkste miljardair ter wereld. Niemand weet het, behalve die ex-slaaf, zijn ex-eigenaar, die nieuwe Vader en de notaris. Zelfs zijn voormalige collega slaven weten er niets van. Denk maar aan de verbijstering van de broers van Jozef, toen ze ontdekten dat hun in slavernij verkochte broer de onderkoning van Egypte bleek te zijn. Letterlijk de machtigste koning ter wereld op dat moment. Het is geen sprookje, het gebeurde echt…
Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt. 23 En dat niet alleen, ook wijzelf, die als voorschot de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten in onszelf in afwachting van de openbaring dat we kinderen van God zijn, de verlossing van ons sterfelijk bestaan.
Romeinen 8:22-23
Ook hier weer ontbreekt het woord ‘adoptie’ in onze moderne vertalingen. Letterlijk staat er in vers 23: ‘ook wij zuchten in onszelf in de afwachting (of: verwachting) van de adoptie.’
We zijn dus wel volwaardig mede-erfgenaam van Christus, maar dat is nog voor niets en niemand zichtbaar. Ook wijzelf merken er nog niets van in de praktijk van onze levensomstandigheden. Het lijkt zelfs alsof die adoptie nog helemaal niet heeft plaatsgevonden. Het is alsof Paulus de adoptie hier plotseling in de toekomst legt terwijl hij er eerder zo zelfverzekerd over schreef als zijnde de huidige werkelijkheid.
Wees gerust: de adoptie is nu al een absoluut feit. Alleen niemand ziet of merkt het, ook wijzelf nog niet. Of toch wel gedeeltelijk: het enige, maar o zo belangrijke houvast dat we ontvingen dat het echt zo is, is ‘de eerste aanbetaling van de Geest’. Zoals we in Efeze 1 al eerder lazen: nadrukkelijk een ‘eerste aanbetaling’ van het erfdeel dat we ontvingen door onze adoptie.
Het beeld dat Paulus hier dus oproept is het volgende:
Je bent al officieel vrijgekocht van je slavernij. En je bent al formeel bij de notaris geregistreerd als volwaardig zoon van de grootste miljardair ter wereld. Maar dat is in het diepste geheim gebeurd. Je woont bij wijze van spreken nog steeds in je armoedige slavenhutje (je sterfelijke lichaam) met alle armoede en ellende van dien. Eén ding is veranderd. En let op, hier draait dit hele lange hoofdstuk om: je hebt als eerste aanbetaling de Geest in je hart ontvangen en die Geest is meteen aan de slag gegaan om je te helpen groeien in die compleet nieuwe en onvoorstelbare relatie met je nieuwe Vader. Voor de Vader is dat namelijk het belangrijkste. Belangrijker dan alles wat er verder nog in het erfdeel moet gebeuren. Hij wil zo dolgraag een hechte, volwaardige, tweerichtingsverkeer Vader-kind relatie met je opbouwen. Geloof Hem: de dag komt vanzelf, dat je met eigen ogen kennis zult maken met dat onbeschrijfelijke zakenimperium verspreid over al die verre oorden. De focus voor nu is: je nieuwe Vader echt als Vader gaan zien en beleven en die liefde van de Vader steeds meer leren beantwoorden vanuit je hart.
In het volgende hoofdstuk gaan we verder. Nu eerst wat praktische bezinning.
Praktische vragen en suggesties
- Wat betekent ‘je laten leiden door de Geest’ voor jou heel concreet?
- Kun je daar zelf iets actiefs voor doen, of moet je het ‘over je laten komen’?
- Een interessant accentverschil tussen Galaten 4 en Romeinen 8 is, dat we in Galaten 4 lezen dat de Geest in ons roept: Abba, Vader. In Romeinen 8:15 zijn wij het zelf die roepen: Abba, Vader. Waar kom je in praktisch opzicht op uit als je beide accenten combineert met elkaar?
- Hoe werkt dat roepen van ‘Abba, vader’ voor jou precies in de praktijk van je leven?
- Wat voor invloed heeft Romeinen 8:20-25 op jouw denken ten opzichte van gebedsgenezing?
- Kun jij je vinden in de manier, waarop ik zelf in dit hoofdstuk het beeld van de vrijgekochte, geadopteerde kersverse zoon wat verder uit de verf laat komen? Mocht je het ergens niet mee eens zijn, wat is dat dan precies? En waarom kun je je daar niet in vinden?
- Romeinen 8 leent zich weer uitstekend voor meditatief Bijbellezen als je de hoofdlijn te pakken hebt. Het is zo’n lang hoofdstuk, dat je dit waarschijnlijk het beste in kortere stukken kunt doen.