Taal van de liefde

We bespraken eerder een aantal ‘resonantiemechanismen’ die ervoor kunnen zorgen dat wederkerige liefde gaat opborrelen in ons hart. Tot nog toe hadden die allemaal te maken met het werk van de Heilige Geest:

  1. Het gebed van Paulus waarin hij de Geest vraagt om ‘verlichte ogen van ons hart’ zodat we zicht krijgen op het onvoorstelbare erfdeel waar we door onze adoptie recht op hebben (Efeze 1).

  2. Het gebed van Paulus waarin hij de Geest vraagt om de lengte, breedte, diepte en hoogte van de liefde van Christus echt tot ons door te laten dringen, met als gevolg dat Jezus volop woning in ons hart gaat maken. En die diepe ervaring van Jezus’ liefde brengt ons dan weer in resonantie met de liefde van de Vader (Efeze 3).

  3. De ‘Geest van adoptie’ die vanuit ons hart ‘Papa’ naar onze nieuwe adoptief Vader begint te roepen (Galaten 4).

Paulus bad voor de Efeziërs en de Galaten, maar het ligt voor de hand dat wij deze gebeden ook voor onszelf gaan bidden – en voor onze gemeente.

Als je doordenkt over deze gebeden, dan zie je dat deze resonantiemechanismen afhankelijk zijn van het werk van de Geest, maar dat er nadrukkelijk sprake is van medewerking van onze kant.

Het derde ‘resonantiemechanisme’ – de Geest die vanuit ons hart Papa tot de Vader roept – lijkt volgens Galaten 4 volledig bij de Geest te liggen. Maar in Romeinen 8 ontdekten we dat Paulus precies hetzelfde schrijft, maar daar veronderstelt hij dat de vrijgekochte slaaf en adoptiefkind zelf Papa begint te roepen naar zijn nieuwe Vader. Ook daar dus actieve betrokkenheid om tot liefdesresonantie te komen.

Als je tot nog toe het gevoel had dat dit wel allemaal mooie Bijbelse woorden zijn, maar dat je in praktijk niets merkt van de liefdesresonantie door de Geest, dan is het wellicht de vraag in hoeverre je de geschetste eigen verantwoordelijkheid daarin hebt genomen.

Hoe dan ook, in dit hoofdstuk wil ik een heel ander soort ‘resonantiemechanisme’ met je bespreken waarbij hetzelfde patroon zich herhaalt: God neemt het initiatief, maar Hij verwacht nadrukkelijke respons van jouw kant om tot volwaardige resonantie te komen. Dit resonantiemechanisme noem ik: de taal van de liefde.

We zien in de Bijbel dat er vooral twee beelden worden gebruikt voor de intimiteit en liefdesrelatie tussen God en zijn beelddragers: de liefde tussen man en vrouw en de liefde tussen vader en zoon.

We begonnen dit boek met ‘de eerste liefde’ die zoek was geraakt in de gemeente in Efeze. Dat was een voorbeeld van het beeld van een liefdesrelatie tussen man en vrouw. Daarna stonden we lang stil bij het opbloeien van liefde tussen Vader en zijn adoptiefkind. Nu keren we weer terug naar het beeld van de liefde tussen man en vrouw. Zowel in het O.T. als in het N.T. wordt de huwelijksrelatie en de liefdesrelatie tussen bruid en bruidegom gebruikt als beeld voor de liefde tussen God (of Christus als Bruidegom) en zijn volk. Het betreft dus in feite altijd een collectieve liefde. In het O.T. is de vrouw of bruid het uitverkoren volk Israël. In het N.T. is de Bruid de Gemeente.

Dat collectieve aspect van deze beelden is geen reden om ze niet ook heel persoonlijk toe te passen op onze individuele relatie met God. De liefde in het collectief komt namelijk alleen tot stand als elk individu in dat collectief die liefde kent en ervaart. Collectieve resonantie is een bundeling van veel individuele resonanties… We gaan later zeker stilstaan bij de collectieve toepassing van deze liefdesbeelden, maar in dit boek ligt hoe dan ook de focus op het individu.

Hosea

Je zou Hosea de profeet van de mislukte liefde kunnen noemen. In heel het boek Hosea spat de diepe frustratie en teleurstelling van God ervan af. Israël wordt vooral vergeleken met een prostitué die er na haar huwelijk vandoor ging met talloze minnaars. Hosea moest maar liefst twee keer trouwen met een prostitué om dat te verbeelden. De eerste heette Gomer. Hij kreeg bij haar kinderen waarvan de namen een profetie waren van de gevolgen van blijvende ontrouw. Onder andere dochter Lo-Ruchama, ‘Geen-ontferming’, en zoon Lo-Ammi, ‘Niet-mijn-volk’.

Maar dan is er in hoofdstuk 2 plotseling een schitterende profetie over de verre toekomst waarin alles anders zal zijn. God zal uiteindelijk de kans krijgen om helemaal opnieuw te beginnen en dan zal er wel blijvende liefde opbloeien in het hart van zijn vrouw:

Daarom zal ik haar meelokken naar de woestijn en dan tot haar hart spreken. 17 Daar zal ik haar wijngaarden aan haar teruggeven, het Achordal maak ik tot een poort van hoop. En zij zal mijn liefde beantwoorden als in de tijd van haar jeugd, als op de dag dat ze wegtrok uit Egypte. 18 Dan, op die dag – spreekt de HEER -, zul je zeggen: ‘Jij bent mijn man,’ en daarbij is geen wanklank meer te horen.

Hosea 2:16-18 (in andere vertalingen 2:13-15)

‘Ik zal je voorgoed tot mijn vrouw maken, ik zal je hecht aan mij verbinden, door liefde en ontferming. 22 Mijn vrouw zul je zijn, want ik beloof je trouw, en jij zult de HEER toegewijd zijn.’

Hosea 2:21-22 (andere vertalingen 2:18,19)

Er zijn nogal wat verschillen tussen NBV en NBG, waardoor ik voor een aantal details naar de NBG zal grijpen. De belangrijke rol van ‘de woestijn’ en het Achordal bespreek ik in een later hoofdstuk.

Allereerst is het belangrijk om te zien dat God hier in feite terugkijkt op de eerste periode in de woestijn, direct na de uittocht uit Egypte. God heeft dat ervaren als een heerlijke honeymoon, ook al werd die helaas al snel wreed verstoord. We zien dat bijvoorbeeld heel duidelijk in Jeremia:

‘Roep Jeruzalem toe: Dit zegt de HEER:
Ik weet nog hoe je me liefhad in je jeugd,
van me hield als mijn bruid,
hoe je me volgde door de woestijn,
dat land waar niet wordt gezaaid.’

Jeremia 2:2

We kennen die woestijnreis als lang en vol bittere teleurstellingen van beide kanten. Maar het begin was wel degelijk een explosie van vreugde en enthousiasme. Na de wonderbaarlijke redding van het Egyptische leger door het droge pad in de Schelfzee, lezen we in Exodus 15 hoe het hele volk uit haar dak ging van opluchting en vreugde.

Ze kregen ontzag voor de HEER en stelden hun vertrouwen in hem en in zijn dienaar Mozes.

Mozes componeert spontaan een lang loflied en zingt dat samen met de Israëlieten, zomaar midden in die woestijn. Mozes’ zus Mirjam, die profetes wordt genoemd, maakt een refrein op dat lied. Ze pakt haar tamboerijn en alle vrouwen dansen en zingen met haar mee als antwoord op het lied van Mozes:

‘Zing voor de HEER, zijn macht en majesteit zijn groot! Paarden en ruiters wierp hij in de zee.’

Wat een uitbarsting van positieve emoties voor de HEER! Zelden heeft een honeymoon zulke uitzinnige blijdschap gekend durf ik te stellen.

Terug naar de profetie van Hosea:

‘Daarom zal ik haar meelokken naar de woestijn en dan tot haar hart spreken.’

Hosea 2:16

Wat een prachtige liefdestaal! God op het liefdespad… En hoe gaat een verliefde man dan te werk?  Hij spreekt tot het hart van zijn geliefde! Hosea gebruikt hier een speciale Hebreeuwse uitdrukking uit het domein van de romantische liefde. In Ruth wordt dezelfde uitdrukking gebruikt. Om dat te proeven moet je wel de NBG vertaling lezen. Ruth beantwoordt Boaz vriendelijkheden met:

‘Gij betoont mij wel uw gunst mijn heer, want gij hebt mij vertroost en naar het hart van uw dienstmaagd gesproken…’.

Ruth 2:13

‘Spreken tot het hart van je geliefde’ betekent zoeken naar woorden die de liefde wakker maken zou je kunnen zeggen. In de profetie van Hosea is het God die in de toekomst de taal van de liefde zal spreken tot zijn bruid als Hij haar eindelijk weer mee heeft kunnen lokken naar de woestijn. Realiseer je dat huwelijken destijds meestal gearrangeerd werden. Bruid en bruidegom kenden elkaar vaak niet zo goed als ze trouwden. Net als bij de adoptie, waar we het uitgebreid over hadden, was er bij de huwelijkssluiting niet zomaar spontaan sprake van wederzijdse liefde. Israël kende tijdens haar slavernij in Egypte de Heer nauwelijks. De goddelijke bruidegom stelt zich daarom op als een fijngevoelige geliefde en gaat zijn best doen om de liefde in het hart van zijn kersverse vrouw op te laten bloeien. Zijn belangrijkste geheime wapen daarbij is dus: ‘spreken tot haar hart’. Zachte woorden, lieve woorden, bewondering uitspreken, vertellen hoe de warmte en schoonheid van zijn bruid zijn hart op hol brengen. Ik hoop dat je dit uit ervaring kent. Het is lastig om er zo abstract over te schrijven… Mocht je een huwelijk hebben of gehad hebben waarbij het niet zo was, sla dit boek dan niet dicht, maar laat desnoods de tranen hun werk doen.

Net als bij de adoptie is het dus God die het initiatief neemt om de liefde in het hart van zijn bruid te laten ontvlammen. Bij de adoptie is het de Geest die vanuit ons hart tot de Vader gaat roepen: Abba, in de hoop en verwachting dat we het met Hem mee gaan roepen.

Bij de liefdesrelatie tussen bruid en bruidegom is het God die in ons oor woorden van liefde gaat fluisteren. Vanzelfsprekend ook weer in de hoop en verwachting dat we terug gaan fluisteren. Dat is precies wat we lezen in Hosea:

‘En zij zal mijn liefde beantwoorden’.

Hosea 2:17 (of 2:14)

En hoe doet ze dat? Nu grijp ik naar de NBG omdat de NBV in haar parafrase ijver de grondtekst helemaal kwijtraakt in de laatste deel zin:

En het zal te dien dage geschieden, luidt het woord des HEREN, dat gij Mij noemen zult: mijn man, en niet meer: mijn Baäl.

Hosea 2:15-16, NBG (2:18 in de NBV)

De bruid fluistert dus terug nadat de bruidegom tot haar hart sprak. Ze fluistert terug met intieme woorden vol liefde die de kern van haar nieuw relatie met hem uitdrukken: ‘Mijn man’. En dus niet meer die afschuwelijke woorden die ze vroeger als prostitué tegen haar minnaars sprak: ‘mijn baäl’.

‘Baäl’ betekent letterlijk in het Kanaänitisch ’heer’. En dan niet op de positieve respectvolle, bewonderende manier, maar: ‘heer met de knoet’. Heer die enkel gehoorzaamheid en meer en meer offers eiste. De baäldienst was een vruchtbaarheidscultus waar het uitleven van ongegeneerde erotiek op alle mogelijke en onmogelijk manieren een centrale rol speelde om die afschuwelijke ‘heer’ zover te krijgen dat hij voor vruchtbaarheid van akker, dier en mens zou zorgen. Ook als die heer het resultaat van die vruchtbaarheid opeiste in de vorm van kinderoffers moest er gehoorzaamd worden. Als het O.T. telkens opnieuw prostitutie gebruikt als beeld voor de heidense offerdienst van Israël dan is dat dus veel letterlijker bedoeld dan je je kunt voorstellen.

Mede doordat bruid en bruidegom deze taal van de liefde tegen elkaar gaan spreken bloeit de liefde op, ook bij de bruid:

‘Ik zal je voorgoed tot mijn vrouw maken, ik zal je hecht aan mij verbinden, door liefde en ontferming. 22 Mijn vrouw zul je zijn, want ik beloof je trouw, en jij zult de HEER toegewijd zijn.’

Hosea 2:21-22 (andere vertalingen 2:18,19)

Wat een prachtige wederzijdse liefde gaat er stromen. Van beide kanten, van hart tot hart.

En tot slot lezen we dan weer over het wederzijdse fluisteren in de taal van de liefde. Taal van de liefde in de vorm van een prachtig gedicht met ‘beantwoorden’ als rode draad. God, de enige echte bron van vruchtbaarheid, beantwoordt met liefde de hemel, de hemel beantwoordt de aarde (denk aan regen), de aarde beantwoordt koren, olijfboom en wijnstok, Hosea 2:23, 24.

Totaal anders dus dan de uitsluitend eisende ‘heer’ baäl.

Aan het eind van dit schitterende liefdesgedicht worden de drie kinderen van Hosea en Gomer weer genoemd: Jizreël, Lo-Ruchama (Geen-ontferming) en Lo-Ammi (Niet-mijn-volk). En als je er oog voor hebt en voldoende inzicht in het gedachtengoed van toen, dan is er ronduit sprake van erotisch taalgebruik. In de oudheid dacht men dat de vruchtbaarheid en voortplanting als volgt in elkaar zat: ‘De man zaait zijn zaad in een vruchtbare tuin (de vrouw)’.

Kinderen werden dus in essentie gezien als vrucht en rechtstreekse voortzetting van de man. De vrouw was uiteraard onmisbaar in het proces, maar ze werd gezien als niet meer dan faciliterend. Vruchtbare aarde en regen zijn onmisbaar, maar het gezaaide zaad van de man is uiteindelijk de essentie.

God spreekt altijd in de taal van de cultuur van het oorspronkelijke publiek, en dus in lijn met de inzichten van dat publiek! Het erotische slot van dit prachtige gedicht is dan:

want het land zaai ik in met mijn volk.
Over Lo-Ruchama zal ik mij ontfermen,
Lo-Ammi noem ik weer mijn volk,
en dan antwoordt hij: ‘Mijn God.’

Hosea 2:25

De geslachtsdaad werd vanuit mannelijk perspectief gezien als ‘het zaaien van zaad in vruchtbare aarde’. En hier gebruikt de Bruidegom die erotische taal om de gemeenschap te beschrijven van het nieuwe bruidspaar: ‘Het land zaai ik in met mijn volk.’ Deze keer levert die gemeenschap wel blijvende vrucht op: de vloek in de namen van Lo-Ruchama en Lo-Ammi wordt teruggedraaid. Nu is het volop met diepe warme liefde het omgekeerde: Ruchama en Ammi, ‘Ontferming’ en ‘Mijn-volk’.

Bijbelse beeldspraak vervloeit vaak ongemerkt van het ene beeld in het andere.  ‘Lo-Ammi’ (Niet-mijn-volk), de eerder vervloekt zoon, zal dan ‘Ammi’ heten: ‘Mijn-volk’. En nu is het niet meer de bruid die de taal van de liefde beantwoordt, maar het is de zoon! Nadat hemel, aarde, koren, olijfboom en wijnstok beantwoord zijn, is het de beurt van zoon Ammi, ‘Mijn-volk’, die vol liefde vanuit zijn hart antwoordt: ‘Mijn God’. Geen abstract woord voor ‘godheid’ of iets dergelijks, niet ‘De Almachtige’ of ‘De Eeuwige’ die op onbereikbaar verre afstand staat. Nee, heel dichtbij, heel persoonlijk, heel dierbaar, heel intiem, bijna tastbaar: ‘Mijn God’.

Hoe wonderlijk dat nu beide Bijbelse beelden voor de intieme relatie die God met zijn beelddragers wil hebben hier onverwacht samenkomen: Bruidegom-bruid en Vader-zoon!

En zie je hier nogmaals hoe belangrijk het beoefenen van de taal van de liefde is voor God? Hij hunkert zo naar liefdesrespons van onze kant. Uitgesproken liefde, in alle betekenissen van het woord!

In de volgende hoofdstukken wil ik het beoefenen van de taal van de liefde verder praktisch uitwerken.

Praktische vragen en suggesties

  1. Mocht je gezegend zijn met een fijne liefdesrelatie, wat zijn dan jouw koosnaampjes voor je geliefde? Hoe vaak gebruik je die en bij welke gelegenheden?

  2. Heb je jouw eigen relatie met God ooit overdacht in termen van de liefdesrelatie tussen bruid en Bruidegom?

  3. Wat fluistert deze Bruidegom in jouw oor om tot jouw hart te spreken?
  4. Komt het bij jou tot een antwoord? Zo ja, wat fluister jij concreet terug?
    Zo nee, waar wacht je op?

2 reacties op “Taal van de liefde”

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *